Herkenbaar? Waarschijnlijk wel. Mentale uitval neemt toe, en dat raakt iedereen.
Maar hoe heeft het zover kunnen komen? En belangrijker nog: wat kun je doen vóórdat het te laat is.
Steeds jonger, steeds langer uit de running
Steeds meer mensen kampen met stress, burn-out en mentale klachten. Dit is niet zomaar een gevoel, maar een aantoonbare trend. Volgens recente onderzoeken heeft bijna een kwart van de werknemers last van langdurige stress- en burn-out klachten. Werknemers blijven gemiddeld 240 tot 300 dagen thuis bij ernstige klachten zoals burn-out. Dit kan leiden tot torenhoge kosten voor de werkgever, die in ernstige gevallen kunnen oplopen tot enkele tonnen per medewerker.
1 op de 4 jonge medewerkers overbelast: dit zijn de gevolgen
Het CBS geeft in zijn meest recente cijfers aan dat ruim 26% van alle verzuimde dagen bestond uit psychisch verzuim. In driekwart van de gevallen geeft de werknemer aan dat het werk (deels) de oorzaak is. Vooral jongeren tussen 25 en 35 jaar ervaren de druk sterk: ruim 25% heeft klachten die op burn-out duiden. Dit kost werkgevers jaarlijks miljarden euro’s aan verzuimkosten en productiviteitsverlies en laat zien dat werkgerelateerde mentale uitval niet alleen frequenter geworden is, maar ook langduriger en kostbaarder.
Wat als we mentale uitval eens benaderen als een collectief signaal, in plaats van individueel falen?
Zo groeit mentale uitval onder onze ogen
Er zijn meerdere redenen voor deze zorgwekkende ontwikkeling:
- Hoge werkdruk: Een aanhoudend hoge werkdruk vergroot het risico op mentale klachten, vooral wanneer medewerkers te maken hebben met hoge taakeisen. In 2024 gaven verzuimende werknemers aan dat een te hoge werkdruk de belangrijkste oorzaak was van hun werkgerelateerde gezondheidsklachten.
- Gebrek aan autonomie: Werknemers die weinig invloed hebben op hoe ze hun werk uitvoeren, ervaren meer stress en minder betrokkenheid. Tevens tast dat hun gevoel van controle en eigenaarschap aan wat leidt tot mentale uitputting.
- Prestatiedruk en perfectionisme: Veel mensen (vooral jongeren) voelen een hoge prestatiedruk: de lat ligt constant hoog, men moet altijd excelleren. Uit onderzoek onder jonge werkenden blijkt dat prestatiedruk een van de belangrijkste bronnen van stress is. Dit gaat vaak gepaard met het gevoel altijd bereikbaar te moeten zijn en geen fouten te mogen maken. De constante druk om te presteren en te voldoen aan hoge verwachtingen kan leiden tot perfectionisme, chronische stress en uiteindelijk uitval.
- Werk-privé balans: Technologie zorgt ervoor dat werk steeds meer ons privéleven binnendringt. Altijd bereikbaar zijn leidt tot mentale uitputting en overbelasting.
- Personeelstekorten: Minder mensen doen meer werk, wat extra stress veroorzaakt. Uitval leidt weer tot nóg meer druk op achterblijvende collega’s.
- Gebrek aan erkenning en veilige cultuur: Een cultuur waarin weinig erkenning is voor stresssignalen en waar een open gesprek ontbreekt zorgt ervoor dat werknemers hun stress niet delen, klachten zich opstapelen en risico op langdurige uitval vergroot.
- Langdurig beeldschermgebruik en telefoonafhankelijkheid: Steeds meer medewerkers besteden uren achter hun beeldscherm en zijn voortdurend afhankelijk van hun telefoon. Dit leidt niet alleen tot mentale vermoeidheid, snelle afleiding, overprikkeling en concentratieproblemen, maar verhoogt ook het risico op fysieke klachten zoals hoofdpijn, oogvermoeidheid, nek- en schouderpijn, en RSI-klachten.
Wat betekent dit voor jou en jouw organisatie?
“Een medewerker meldde zich ziek. ‘Ik dacht dat ik gewoon even moe was,’ zei hij. Acht maanden later kwam hij pas terug. Hij bleek niet moe, maar opgebrand.”
Recent onderzoek toont aan dat meer dan één op de drie werknemers lijdt onder werkstress. Ook toont het aan dat bijna de helft van de medewerkers het gevoel heeft er alleen voor te staan en niet gesteund wordt door de werkgever of manager.
Wanneer medewerkers uitvallen, raakt dit niet alleen hun gezondheid, maar ook collega’s en de organisatie. Verhoogde werkdruk, minder motivatie, en uiteindelijk lagere productiviteit zijn directe gevolgen. Daarom is het cruciaal om mentale gezondheid serieus te nemen en actief te werken aan preventie.
“Werkgevers willen wel maar weten vaak niet hoe”
Gezien de omvang van het probleem is het cruciaal dat organisaties proactief handelen. Veel werkgevers begrijpen dit ook: acht op de tien werkgevers vinden de mentale gezondheid van werknemers een belangrijke succesfactor. Toch geeft rond 40% van de bedrijventoe dat ze nauwelijks preventieve maatregelen nemen. Terwijl de investering hierin zich snel terugbetaald in minder verzuim, meer betrokkenheid en hogere prestaties.
De reden? Vaak onzekerheid over welke aanpak werkt en hoe de kosten zich verhouden tot de baten. (rivm.nl)
Werkgevers hebben daarom behoefte aan:
- Inzicht en kennis: Werkgevers willen beter begrijpen wat effectief werkt om werkstress te verlagen, onderbouwd met best practices en wetenschap.
- Tools en ondersteuning: Er is behoefte aan structurele tools, zoals RI&E’s, medische checks en externe ondersteuning bij het opzetten van preventiebeleid.
- Training voor leidinggevenden: Leidinggevenden hebben training nodig om stresssignalen te herkennen en veilig het gesprek aan te gaan.
- Cultuurverandering: Mentale gezondheid moet net zo bespreekbaar zijn als fysieke veiligheid; dit vraagt om leiderschap en consistent gedrag.
- Duurzame verankering: Losse initiatieven zijn niet genoeg. Mentale zorg moet ingebed zijn in de dagelijkse praktijk van de organisatie.
Voorkom uitval: dit verlangen werknemers
Naast weten welke behoeften werkgevers hebben om hun organisatie of bedrijf te kunnen bieden wat nodig is, is het ook belangrijk te beseffen wat werknemers zelf nodig hebben om mentaal gezond te blijven en uitval te voorkomen.
Enkele essentiële behoeften van medewerkers zijn:
- Rust en herstel: Een werknemer met burn-outklachten is niet met een weekje vakantie weer op de been, gemiddeld duurt herstel na een burn-out bijna 10 maanden. Werknemers hebben dus ruimte nodig om tijdig gas terug vóór het te laat is. Dit betekent bijvoorbeeld respecteren van vrije tijd en het stimuleren van het nemen van pauzes en vakantiedagen. Preventief rust nemen voorkomt dat kleine klachten groot worden.
- Erkenning en begrip: Medewerkers willen dat hun mentale gezondheid serieus genomen wordt. Erkenning begint met een leidinggevende die signalen niet wegwuift, maar erkent dat werkstress een reëel risico is. Simpelweg gehoord en gesteund worden door de organisatie kan al stress verminderen. Laat mentale problemen net zo bespreekbaar zijn als fysieke.
- Autonomie en regelruimte: Werknemers floreren wanneer ze regie hebben over hoe en wanneer ze hun werk doen. Vertrouwen en vrijheid op de werkvloer vergroten de mentale veerkracht van mensen.
- Begeleiding en ondersteuning: Werknemers met (beginnende) mentale klachten hebben baat bij professionele begeleiding, zoals preventieve coaching. Daarnaast hebben zij behoefte aan een organisatie die niet pas in actie komt bij de WIA-aanvraag, maar al eerder meebeweegt: kan de werkdruk tijdelijk omlaag? Is er een aangepast takenpakket mogelijk? Dergelijke begeleiding op maat maakt het verschil tussen uitvallen of blijven functioneren.
- Wachttijdondersteuning: De wachttijd is een vergeten risicofase. In 2024 wachtte ongeveer één op de drie patiënten langer dan 10 weken op start van behandeling. Zonder steun verergeren klachten. Mensen voelen zich machteloos of geven op. Werkgevers kunnen juist hier verschil maken. Bied tijdelijke overbruggingszorg aan zoals onafhankelijke coaches.
“Gemiddeld kost een langdurig zieke medewerker €250 per dag. Preventieve interventies kosten vaak minder dan één ziektedag.”
Van goedbedoeld naar goed geregeld: zo doe je dat
Voor werkgevers en leidinggevenden:
- Creëer bewustwording: Zorg dat iedereen binnen de organisatie weet wat stress-signalen zijn en hoe hier vroegtijdig mee om te gaan door bewustwording en trainingen te organiseren voor zowel medewerkers als leidinggevende.
- Stimuleer openheid: Maak mentale gezondheid bespreekbaar. Organiseer regelmatig teamgesprekken waarin open gedeeld kan worden hoe het gaat.
- Verbetervoorstellen en participatie: Betrek medewerkers bij het vinden van oplossingen. Door samen te kijken naar efficiëntere werkmethoden, duidelijke prioriteiten en het schrappen van onnodige taken, voelen werknemers zich gehoord en werken ze mee aan verbetering.
- Vergroot de regelmogelijkheden: Zoals eerder genoemd, autonomie werkt stressverlagend. Kijk daarom hoe je medewerkers meer eigen regie kunt geven in het werk. Dit kan heel praktisch: flexibele begin- en eindtijden, mogelijkheid om thuis of op andere locaties te werken, of inspraak in taakverdeling. Vertrouw op de professionaliteit van medewerkers in plaats van micromanagement. Door minder te controleren en meer te faciliteren kom je tegemoet aan de psychologische basisbehoefte van autonomie.
- Bied preventieve hulpbronnen: Zorg voor laagdrempelige toegang tot coaches, vitaliteitstrainingen, of apps die mentale gezondheid ondersteunen.
- Versterk de positieve aspecten van werk: Preventie is niet alleen het wegnemen van negatieve factoren, maar ook het versterken van positieve factoren. Investeer in persoonlijk leiderschap, sociale steun, goede werksfeer en waardering. Bespreek loopbaanontwikkeling en bied groeikansen zodat werknemers uitdaging voelen in plaats van sleur.
- Stimuleer gezonde werkgewoontes:Moedig regelmatig pauzes aan, faciliteer preventieve coaching en bied trainingen of workshops voor vitaliteit, tijdmanagement en gezond beeldschermgebruik.
Voor werknemers:
- Geef je grenzen aan: Merk je dat het te veel wordt? Praat hier dan open over met je leidinggevende. Maak stress bespreekbaar voordat het uit de hand loopt.
- Neem herstel serieus: Zorg dat je voldoende rust en ontspanning krijgt. Neem pauzes en bescherm je vrije tijd actief.
- Zoek steun: Maak gebruik van coaches of vertrouwenspersonen. Soms helpt het enorm om je verhaal te delen en advies te krijgen.
- Let op je schermtijd: Neem regelmatig korte pauzes om even weg te kijken van het scherm, beweeg tussendoor en zorg voor een goede werkhouding.
Wachten kost meer dan doen, dus wat houd je nog tegen?
“We kunnen wachten tot mensen uitvallen. Of we kunnen leren signalen te lezen vóórdat het verzuim begint. De keuze is niet makkelijk maar wel van levensbelang.”